Skip to main content

Mostafa uit Iran

By 3 april 2020Geen categorie

Ik ben Mostafa en kom uit Iran. In 2017 kwam ik via Oostenrijk in Nederland terecht. Hier, in Utrecht in de ICF, ben ik christen geworden.

Mijn broer verbleef al langer in Nederland en was al eerder tot geloof gekomen. Hamid (ouderling in de ICF) heeft veel voor ons betekend. Hij nam mijn broer altijd mee naar Nederlandse les en hij staat altijd klaar voor mensen die hulp nodig hebben.

Een wonder

Ik ben blij dat ik in Nederland kan blijven. Dat is echt een wonder. Ik moest destijds in Oostenrijk namelijk mijn vingerafdrukken afgeven en de Dublin-verordening bepaalde dat ik weer terug moest naar Oostenrijk. Ik wilde echter dolgraag in Nederland blijven, bij mijn broer en in de ICF. Mensen raadden mij aan mijn vingertoppen in vuur te houden, zodat de afdrukken niet meer zouden matchen. Dat wilde ik niet, ik geloofde dat God mij zou helpen. En dat deed Hij ook.

Tijdens het zingen in de kerk bad ik in mijn hart of God die vingerafdrukken kwijt wilde maken. Op een nacht hoorde ik in mijn slaap: ‘Mostafa, wees niet bang, de vingerafdrukken zijn weg’. Ongeveer drie maanden daarna werd ik door de IND gebeld. Ze vertelden mij: ‘Mostafa, de vingerafdrukken in Oostenrijk zijn weg, je mag in Nederland blijven’. Alle deuren gingen voor mij open.

Verlangen

Vanaf het moment dat ik mijn hart aan Jezus gaf, ben ik veranderd. Dit was zo merkbaar dat mijn moeder vroeg wat er met mij gebeurd was. Met mensen uit allerlei landen heb ik over Jezus gesproken. Ik probeer anderen te laten begrijpen wie Jezus is. Je moet daar echter zelf van proeven met je hart. Als je dat proeft, vergeet je het nooit meer en zul je altijd met Hem leven.

Ik verlang het goede niet alleen voor mijzelf, maar voor alle mensen. Ik hoop dat er wereldwijd vrede zal zijn, dat mensen op goede voet verkeren met elkaar en dat iedereen echt gelijk is. Ik weet niet waarom de één heel rijk is en de ander heel arm, waarom de één veel te eten heeft en de ander weinig, waarom de één een huis heeft en de ander op straat leeft. Maar laten we alstublieft met elkaar blijven praten, waar je ook vandaan komt. We moeten als familie met elkaar leven, als broers en zussen. Niet als Nederlander of als Iraniër, we zijn allemaal gelijk.

Nu ik Jezus in mijn hart heb, zijn mijn ogen geopend: ik weet wie God is. Nu Jezus met mij leeft, kan ik alles doen. Wat Hij van mij wil, dat doe ik.

icfwpadmin